Gouden regen

Door Leon

Tijdens deze vakantiedagen ben ik wat oude schaakboeken aan het doorbladeren. Een van de eerste schaakboeken die ik als kind van mijn ouders cadeau kreeg, was een klein boekje van Theo Schuster, getiteld: ”Onvergetelijke schaakpartijen 1. Lotgevallen van beroemde schaakmeesters, hoe ze streden, overwonnen en verloren. Van Morphy tot Tarrasch”, verschenen te Zutphen ergens in het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw.

Naast de boeken van Bouwmeester en Euwe vormde dit werkje (samen met deel 2: ”De drie wereldkampioenen Lasker, Capablanca, Aljechin”) mijn eerste kennismaking met beroemde partijen van grootheden uit het verleden. Ik heb ze stukgelezen!

Breslau 1912

In deel 1 beschrijft Schuster een fragment uit een partij uit het toernooi van Breslau 1912 dat werd georganiseerd in het kader van het 18e congres van de Duitse Schaakbond. Breslau was de geboortestad van de schaakgrootheden Adolf Anderssen (1818-1879) en Siegbert Tarrasch (1862-1934). Het was de derde stad van het Duitse keizerrijk, na Berlijn en Hamburg. Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog kwam de stad in Polen te liggen, en tegenwoordig is de naam Wrocław.

Toppers uit de 19e eeuw

Anderssen, leraar wiskunde van beroep, werd sinds zijn winst in het eerste schaaktoernooi dat ooit werd georganiseerd, in Londen 1851, beschouwd als de beste speler van de wereld, totdat hij in december 1858 door de Amerikaan Paul Morphy in een tweekamp te Parijs met 8-3 werd verslagen. Nadat Morphy zich al snel uit het schaakleven had teruggetrokken, was Anderssen wederom de sterkste speler ter wereld, totdat hij in 1866 een match tegen Wilhelm Steinitz met 8-6 verloor (geen remises!).

Siegbert Tarrasch was in de jaren ’80 en ’90 van de negentiende eeuw een van de sterkste spelers van de wereld. Ook hij was geen beroepsschaker, want hij had een huisartsenpraktijk in Nürnberg. In 1908 verloor hij een match om het wereldkampioenschap tegen de regerend wereldkampioen Emanuel Lasker met 10½-5½.

In het toernooi te Breslau van 1912 speelde ook Tarrasch mee, en hij eindigde in zijn geboortestad op een verdienstelijke gedeelde 4e en 5e plaats met 11 punten uit 17 partijen, één punt achter de gezamenlijke winnaars Duras en Rubinstein en een half punt achter Teichmann.

Frank Marshall

In het toernooi van 1912 nam ook de Amerikaanse schaker Frank Marshall (1877-1944) deel. Hij is vooral bekend van het gambiet in de Spaanse opening dat hij in een partij tegen Capablanca in New York 1918 introduceerde en dat nog steeds zijn naam draagt. In 1907 speelde hij een match tegen wereldkampioen Emanuel Lasker die hij verloor met 10½-3½. Hij was kampioen van de Verenigde Staten van 1909 tot 1936. In Breslau behaalde hij met 9½ punt de zesde prijs.

Lees verder na de Lees verder tag
Lees verder

Strijden om te winnen

Maandag 4 augustus. Twee toernooien tegelijk. Het is een beproefd concept, tegelijk de finale van het Zomerschaken met de 6 besten uit de voorronden en een snelschaaktoernooi voor alle overige deelnemers. D’n Beer bruiste van de schaaklust en het strijdplezier!

Voor het eerst werd ook een nadeel duidelijk: het was zo spannend in de finalegroep en de partijen zo boeiend, dat sommige deelnemers aan het snelschaaktoernooi soms maar met moeite naar de volgende ronde van hun eigen snelschaaktoernooi gedirigeerd konden worden. Een erg dragelijk nadeel: als de schoonheid van het spel als Lorelei lonkt en lokt, is toegeven daaraan een liefdesdaad!

In een pauze tussen de gevechten, beschreef Bart zijn ervaring in die finalegroep: “Heel leuk, We strijden allemaal om echt te winnen, en dat levert heel boeiende partijen op. Iedereen heeft het gevoel van iedereen te kunnen winnen.” Lees verder

Zomerschaken avond 4: Deelnemers finale bepaald

Begin van de vierde avond Zomerschaken was maar één ding duidelijk: Jarich Haitjema zou zeker in de finale op 4 augustus spelen met zijn 11 uit 12 in de eerste drie ronden. Maar op de plaatsen 2 t/m 6 in de finalegroep maakten maar liefst 13 aanwezigen nog kans. In theorie zelfs nog een paar meer als sommige spelers in de middenmoot zouden uithalen met 4 uit 4 in deze laatste voorronde….

Tot de laatste ronde bleef het razend spannend. Adib had een minder sterke dag, maar had aan een cruciale winst, tegen Hans Wennekes, genoeg om met 9,5 punt de deelname aan de finale zeker te stellen. Hans Wennekes viel na ook nog een verlies in de laatste ronde tegen Davoud af, na verder erg sterk gespeelde voorrondes. Davoud kwam pas laat op gang en zijn score van 9,0 punten bleek net niet genoeg voor een finaleplaats. Wel een sterke slotronde was er voor Ton Snoeren die na een verlies tegen de koploper Jarich, achtereenvolgens drie rivalen voor de finaleplek versloeg: Nico van Brakel, Leon ter Beek en Cees van Zelst. Ton de Verschrikkelijk voor deze drie: alle drie haalden de finale niet. Zelfs onze clubkampioen Leon dus niet, ondanks de prachtige mat in zijn partij tegen Davoud.
Lees verder

Zomeravondschaken: in herinnering aan Luigi de Mas

Zomerschaken kan beter ‘Zomeravondschaken’ heten, omdat het de sfeer beter vangt en het zo uniek is om een paar weken ’s avonds buiten in de zon te kunnen schaken”, vond Luigi. Luigi te voeten uit. Over alles een duidelijke mening, kritisch al mijn teksten en keuzes becommentariëren – daar hadden we dan weer leuke discussies over – , maar vooral, een schaakromanticus, die vol overgave hielp het mooie schaakspel te promoten. “vond”, verleden tijd, want Luigi is tot ons verdriet vorige week overleden. De schaakavond, afgelopen maandag, begon dan ook met deze mededeling, enkele gedachten aan de inspirator van het Zomerschaken en schaakclubs De Kentering en HMC als bestuurder, en een applaus voor de man aan wie zovelen zoveel dierbare herinneringen hebben.
Lees verder