‘Ja hoor, daar gaan we weer…’

Door Leon ter Beek

Het is inmiddels juni. De tijd gaat snel, het seizoen zit er alweer bijna op. Tijd voor een terugblik dus.

Wanneer ik de partijen die ik de afgelopen maanden heb gespeeld de revue laat passeren, moet ik constateren dat ik wel bijzonder vaak hele en halve punten heb laten liggen. Nu weten we natuurlijk allemaal dat het schaakspel bestaat bij de gratie van de fout; als er nooit iemand een fout zou maken, zouden alle partijen in remise eindigen. Toch heb ik het dit seizoen wel erg bont gemaakt.

Ik heb een paar goede partijen gespeeld, maar die waren op de vingers van één hand te tellen. Nee, dan de fouten. Geniet of gruwel mee! Misschien heeft het schrijven van dit artikel wel een therapeutische functie. Of is het masochisme? Ik houd het maar op verwerking, in de stijl van het boek Fünfundfünfzig feiste Fehler, begangen und besprochen von Robert Hübner.

We beginnen in de externe wedstrijd tegen SMB van 27 november 2021. Na, of eigenlijk nog in, een Grünfeldindische opening ontstond diagram 1.

Diagram 1. Leon ter Beek (1830) – Peter van den Berg (1625)

Zwart heeft zojuist 7… b6 gespeeld, waarna ik 8. Lf4 speelde. Geen slechte zet, maar 8. e5! was veel beter. Als zwart het paard wegspeelt, bijvoorbeeld naar d7, komt 8… Pfd7 9. Dd5 (valt de toren op a8 aan) 9… c6 10. De4 en wit staat heel erg goed, veel beter dan het lijkt zelfs, want op de logische zet 10… Lb7 speelt wit 11. h4 en de computer geeft al meer dan +2.

Toch is het niet zo’n gemakkelijke stelling na 8. e5. Behalve 8… Pfd7 kan zwart ook 8… Pe8 spelen, maar ook dan komt de verrassende zet 9. Dd5!, waarna zwart de dames moet ruilen met 9… Dxd5 en na 10. Pxd5 valt pion e7 (want op 11… Pc6 komt 12. Lb5). Best ingewikkeld nog.

Bovendien heeft zwart op 8. e5 nog de zet 8… Le6. Daarmee krijgt wit drie stukken tegen dame en pion na 9. exf6 Lxc4 10. fxg7 Lxf1 11. gxf8D† Dxf8 12. Kxf1. Volgens de computer is dit duidelijk beter voor wit, maar in een praktische partij weet ik het nog zo net niet.

Lees verder