De Kentering-Oisterwijk/Oude Toren 10,5-9,5

Door David
Door een speling van het (indelings-)lot speelden afgelopen zaterdag 1 november de drie teams van De Kentering en van de combinatieclub Oisterwijk/De Oude Toren tegen elkaar. Of OOTC zoals ze liever te boek willen staan, maar het lukte op een of andere manier zich niet in te schrijven met die handigere naam. De beide fusieclubs hadden vorig jaar “anderhalf” team en nu dus 3 teams het betere verdeling van al die spelers over die drie teams naar speelsterkte.

Daarmee traden teams van onze clubs aan die ongeveer gelijk waren in speelsterkte op papier. Het werd dan ook daverend spannend. Misschien nog het minst in de match van team 3. Daar zag het er in de loop van de middag als snel heel gunstig uit op de meeste borden, en kon De Kentering 3 de sterke start van het seizoen doortrekken met een fraaie 3-1 overwinning.

Onderstaand de analyse van de partij van Roel tegen Cor Zijlmans.
Commentaar Roel: Het is een beetje saaie partij. Schuiven met stukjes hout. Volgens Chessbase doen beide partijen steeds min of meer een goede zet. Na 27 zettenen een remise aanbod een verrassende ontknoping.

Daarna nog even afwachten wat Hans doet en de winst is binnen. Mooi resultaat 3-1.

Het tweede team was op papier gelijkwaardig aan de tegenstander, maar dat is enigszins vertekend door het ontbreken van ratings bij Jan, Lorenzo en Lex. Ik ben benieuwd wanneer zij eindelijk ook een rating krijgen. De regel bij de KNSB is dat je een KNSB-rating krijgt als je vijf officiële partijen hebt gespeeld tegen een spelers met een KNSB-rating. 
Waar in de vorige ronde Hans en Wilbert op bord 1 en 2 de beslissende punten binnen haalden om er 4-4 van te maken ten OSV 3, dolven zij nu het onderspit tegen twee sterke speler van OOTC 2 en ging de match, ondanks twee fraaie overwinningen van Peter en Dick verloren met 3-5.

De stand tussen De Kentering en OOTC in de clubmatch was daarmee, na deze twee confrontaties, weer gelijkgetrokken: 6-6. Aan het 1e team om het pleit in ons voordeel te beslechten. Daar zag het lange tijd niet naar uit. OOTC stond halverwege de middag voor met 2,5-3,5 en op de laatste twee borden stond ik lange tijd slechter en Piet in zijn partij gelijk. In beide partijen kenterde de situatie echter, allicht onder tijdsdruk, in ons voordeel. Piet kwam een pion voor en speelde het vakkundig uit. In mijn partij ruilde mijn tegenstander onnodig zijn sterkere loper en paard tegen die van mij, en kwam toen allengs slechter te staan. Ondanks fouten in het eindspel over en weer, wist ik deze partij uiteindelijk te winnen. Onderstaand enkele voor mij leerzame momenten uit die partij.

De Kentering 1 won daarmee met 4,5-3,5 en de onofficiële uitslag van de clubmatch werd 10,5-9,5. Sterk werk van alle drie de teams!



Analyse middenspel Ron Steeksma – David Bruggeman
In deze stelling na 23… Th3 staat Ron Steeksma met wit heel comfortabel (+2,3). Zij loper en paard hebben duidelijk veel meer en sterkere velden dan die van mij. Hij maakt zich zorgen over zijn zwakke h-pion, maar die is toch ook gemakkelijk verdedigbaar met Td2. Als je stukken actiever staan is het juiste plan om de druk te vergroten met bijvoorbeeld een 2e front. 24. a4 is hier de sterkste zet. Ron zag echter meer zorgen dan kansen, en, hoewel dat vast niet zijn plan was, ruilde het in de loop van 7 zetten zijn prachtige loper en paard tegen de gekooide evenknieën van mij, te beginnen met de sterke loper: 24. Lf5+ Pxf5 25. Pxf5 Lf8 (had ik vooraf gezien als redding en om die reden op zet 23 de toren van h4 naar h3 gespeeld om niet in een vork verloren te gaan na Pxf5. (Th7 kan niet: Er dreigt ook mat op d6!)
Het staat nu gelijk.
Wit volhardt in zijn plan om eerst zijn h-lijnprobleem op te lossen en na 26. Kg2 Th7 27. Th1 Le7 28. Tad1 Td8 29. Kg3 d5 staat de volgende stelling op het bord.

27… Le7 was niet de sterkste zet geweest, het verhindert dat de toren na bijvoorbeeld f6 aan de andere kant van het bord mee kan doen. Maar blijkbaar vindt Ron het zo vervelend dat hij nog steeds geen h4 kan spelen (30. h4, gxh4 31. Pxh4 Tdh8 verliest), dat hij op zet 30, als de loper ook nog eens actief dreigt te worden, besluit deze ook af te ruilen: 30. Pxe7 Kxe7. Nu de lichte stukken van het bord zijn, staat zwart duidelijk iets beter (-0,3).
Lessen hieruit:
1. als je beter staat moet je doorpakken en niet gaan verdedigen.
2. als je een gevaar ziet (h-lijn) is het raadzaam tijd uit te trekken om goed door te rekenen of het wel een gevaar is. Wit had h2 vrij makkelijk kunnen verdedigen. Twee torens op de h-lijn staan ook een soort offside als de aanval niet doorslaat en zijn dan eerder een probleem voor zwart: ze doen niet mee aan de andere kant van het bord.
Het toreneindspel is een aparte studie waard. Vaak was steeds één zet het verschil tussen -5 of 0,00. Vaak vond ik die, soms niet. Die plaats ik wellicht nog een keer.