Patwending

Door Luigi de Mas

Een fragment uit de partij Luigi de Mas – Hans van Eijk uit de interne competitie van 23 oktober.

Wit heeft vrijwel de hele partij een verloren stand moeten verdedigen. Met kunst- en vliegwerk was het niet meteen uit, maar werd de volgende stand bereikt.

Deze was ook verloren, maar ik herinnerde me ooit eens een patwending te hebben gezien in een toreneindspel. Dat was van een verbluffende schoonheid.

Dat was dan ook mijn doel.

In de onderstaande stelling is wit aan zet.

Wit speelt hier 1. Tc8-c1:

Dit speelde ik niet zozeer met de bedoeling schaak te geven en hopen op eeuwig schaak want dat zit er niet in.

De zwarte koning marcheert dan naar zijn a-pion en wit kan geen schaak blijven geven.

Zwart dacht het nu simpel op te lossen door 1… a3-a2 te spelen:

met de dreiging 2… Tb2-b1.

Ik speel nu 2. Tc1-a1:

Zwart speelt nu 2… Tb2-b1†. Toch!

Wit speelt nu 3. Kg1-h2:

Nu zag zwart dat het na 3… Tb1xa1 pat is. Daarom speelde hij 3… Tb1-b2†:

Ik speel nu 4. Kh2-h1:

Winnend is nu 4… Kh4-g4, want torenschaken helpen niet.

Zwart deed nu echter 4… h3-h2?:

Maar nu sla ik de pion: 5. Ta1xa2!:

en nu is het pat na 5… Tb2xa2 of remise na 5… Tb2-b1†.

Een gestolen halve punt maar wel van een grote schoonheid!

Kentering A – Baronie B

Door Leon ter Beek

De Kentering A heeft in de avondcompetitie van de NBSB in de tweede ronde zijn tweede nederlaag geleden. De wedstrijd tegen het team van De Baronie B ging met 2½-1½ verloren.

De wedstrijd werd gespeeld op maandag 16 oktober in onze thuishaven van Café D’n Beer, waarin tegelijkertijd het team van De Kentering B zijn wedstrijd speelde.

Het werd, evenals in de eerste ronde, wederom geen succesvolle avond. Eerst maakte Luigi, na een interessante strijd, zijn partij remise. Daarna volgde hetzelfde resultaat op bord 4 bij Johan. Ook hier was dit het resultaat van een mooie partij vechtschaak. Tussenstand dus 1-1.

Daarna ging het mis op de beide topborden. Aan bord twee had Nico, die voor de verhinderde David inviel, uit zijn opening geen voordeel weten te behalen en zijn tegenstander kwam met zwart langzamerhand steeds beter te staan.

Zelf speelde ik aan bord 1 met zwart een interessante Siciliaan. Ik kwam goed de opening, maar verzuimde op het juiste moment (namelijk op de 12e zet) de in deze opening vaak cruciale opstoot d6-d5 te spelen en stelde hem uit tot op de 19e zet. Op dat moment was deze zet echter niet meer zo sterk, en wit kreeg tegenspel.

Mijn tegenstander verdedigde zich foutloos en dan zijn we aanbeland op de 29e zet. We zien dat de door mij gespeelde opstoot d6-d5 ertoe heeft geleid dat mijn e-pion zwak is geworden. Verder heeft wit twee mooie lopers. De torens zijn via de open d-lijn afgeruild en daarmee is zwarts voordeel helemaal verdwenen.

Matthijs van Merwijk – Leon ter Beek. Stelling na 29. b3.

Ik had hier met 29… Pa3 gelijk spel kunnen houden, maar deze variant is behoorlijk ingewikkeld en ik was er niet zeker van of ik geen stuk zou verliezen. De computer geeft: 29… Pa3 30. Ld3 Pb1 (kom er maar eens op!) 31. Lb2 La3 32. Lxa3 Pxa3 met ongeveer gelijke stelling.

In plaats hiervan trok ik mijn paard terug, waarna de pion op e5 verloren ging: 29… Pb6? 30. Dxe5. Wit had nu niet alleen het loperpaar maar ook een pluspion en hij maakte de partij rustig uit. Vijf zetten later was de stelling als volgt:

Matthijs van Merwijk – Leon ter Beek. Slotstelling na 36. Dc5.

Wit heeft de zet 35… Lg7 beantwoord met het fraaie 36. Dc5! Met deze zet wint wit het paard: als zwart dameruil uit de weg gaat, slaat wit meteen het paard (bijvoorbeeld 36… Dd8 37. Dxc8), en als zwart met 36… Dxc5 37. Lxc5 de dames ruilt, heeft het aangevallen paard geen velden omdat het wordt gedomineerd door de loper op c5. Een prachtige slotstand! Mooi gespeeld door wit.

Hiermee kwam de stand op 2-1 voor De Baronie. Inmiddels was Nico zo slecht komen te staan dat zijn tegenstander zich een tactisch geplaatst remiseaanbod kon permitteren. Nico had geen keus en nam de remise aan, waardoor de eindstand op 1½-2½ kwam.

De Kentering A  De Baronie B  
Leon ter Beek1843 Matthijs van Merwijk17360-1
Nico van Brakel1915 Joost Rutten1670½-½
Luigi de Mas1613 Frank Creuels1632½-½
Johan Knuvers1584 Marc Ermes1598½-½
 1739  16591½-2½

De Kentering B speelde tegen ’t Paardje B en verloor met dezelfde cijfers. Het wil nog niet vlotten in de externe competitie!

De Kentering 1 – RDS 1: een enerverende middag

Door Leon ter Beek

De eerste externe wedstrijd van De Kentering 1 in klasse 5K van de zaterdagcompetitie werd gespeeld op zaterdag 7 oktober, thuis in onze speelzaal van Café D’n Beer. Onze tegenstander was het eerste team van de Rooise Dam- en Schaakvereniging (RDS).

Teamcaptain en topspeler David was er niet bij, maar we hadden een sterke vervanger in Ton Snoeren. Er zijn waarschijnlijk niet veel clubs die voor een invalbeurt een beroep kunnen doen op de clubkampioen!

Omdat de wedstrijd, in verband met andere activiteiten in de speelzaal later op de avond, om half twaalf begon, was ik al om elf uur aanwezig in D’n Beer. Eigenlijk was het de bedoeling dat ook het tweede team zijn eerste externe wedstrijd zou spelen, maar twee dagen tevoren had de tegenstander, het team van De Pion 2, zich uit de competitie teruggetrokken. Wederom geen fijn begin van het seizoen voor ons tweede.

Nadat plaatsvervangend teamleider Johan de gasten had verwelkomd, kon de wedstrijd beginnen. Toen ik na een half uurtje een rondje langs de borden maakte, stelde ik vast dat op alle borden felle strijd werd geleverd. Ralf was, voor zover ik kon beoordelen, furieus uit de startblokken geschoten en had zijn tegenstander over de h-lijn bij de keel. Verder stond ook Ton, die met wit het Koningsgambiet had gespeeld, bepaald prettig.

Zijn partij was ook als eerste afgelopen. Hoewel Ton het allemaal niet op zijn scherpst had aangepakt, slaagde hij er toch in zijn tegenstander in de aanval te overspelen. Hij sloeg een paard op f6 met zijn toren, die niet mocht teruggeslagen wegens mat, en daarna speelde hij het nauwkeurig uit, waarmee de stand op 1-0 kwam.

Zelf speelde ik aan het eerste bord met zwart tegen John ten Ham. Toen ik tijdens de partij wat rondliep, vertrouwde Johan Knuvers, die ook aan de wandel was, mij toe: ’Na een zet of vijftien denk ik vaak van hé, hoe kom ik eigenlijk aan zo’n passieve stelling?’ Een opmerking waar ik mij heel goed ik kan herkennen want ik heb soms hetzelfde gevoel, en in deze partij was dat niet anders. Een ruilvariant van het Slavisch speelde ik te tam tegen, waardoor wit, die eigenlijk ’niets had’, langzaam de druk kon opvoeren. Hij zette een paard op c5 en ik was gedwongen mijn stukken op de onderste rij te zetten om alles te verdedigen.

Toen wit er ook nog in slaagde druk op mijn achtergebleven pion op e6 te krijgen en bovendien de f-lijn te openen, zag ik het lijk al drijven. Uit de lichaamstaal van mijn tegenstander kon ik afleiden dat ook hij dacht de buit al bijna binnen te hebben.

We hebben dan de onderstaande stelling bereikt, waarin ik zijn schaakje 26. Pf6† heb beantwoord met 26… Kg8-h8.

John ten Ham – Leon ter Beek. Stelling na 26… Kh8.

Met 27. P6h5 of ook met het door John onmiddellijk na de partij aangegeven 27. Txc8 Dxc8 28. P6xd5 kan wit duidelijk voordeel behouden, maar John dacht dat hij alles tot mat had doorgerekend en speelde 27. Pg6†. Hierop volgde het gedwongen 27… Lxg6 (geen keus) 28. Dxg6 gxf6 (gedwongen wegens mat op h7) 29. Dxh6† Kg8 (niet 29… Th7 wegens mat op f8!) en nu is de volgende stelling ontstaan:

John ten Ham – Leon ter Beek. Stelling na 29… Kg8.

Wit heeft niet meer dan remise, maar van alle goede geesten verlaten speelde John, die de afgelopen zetten niet eens meer de moeite had genomen om te gaan zitten maar zijn zetten staande uitvoerde, 30. Txf6. Nadat ik was bekomen van de verrassing kon ik alleen maar concluderen dat hij kennelijk de toren op a7 over het hoofd had gezien, en ik sloeg de toren op c1 met schaak: 30… Txc1†. Na 31. Kf2 (nog steeds staande en a tempo uitgevoerd) speelde ik 31… Tf7 en stond daarna meteen zelf op. Toen ik even later terugkwam zag ik John wanhopige armgebaren maken en even later gaf hij, zoals Donner schrijft, verbrijzeld op.

Een gestolen punt natuurlijk, maar die dingen gebeuren. Zelf heb ik ook wel eens op tranentrekkende wijze een externe partij vergooid. De stand in de wedstrijd kwam daardoor op 2-0, een mooie maar geflatteerde tussenstand.

Hierna kwamen twee remises binnen, van Hans en van Luigi. In beide gevallen waren het zware gevechten geweest, maar ik heb van de inhoud van deze partijen te weinig gezien om er iets over te kunnen zeggen. De stand was nu 3-1 in ons voordeel.

Inmiddels was het bij Ralf, die zijn partij zo overdonderend was begonnen, helemaal mis gegaan. In plaats van een verdiende overwinning te boeken verloor hij zelfs nog. Zelf kon hij na afloop niet helemaal beseffen hoe hij het zo had kunnen vergooien. Het was nu 3-2 en de spanning was helemaal terug.

Ondertussen was Johan duidelijk minder komen te staan en Wilbert was bezig aan een partij die alle kanten opging, maar waarin zijn tegenstander toch de beste stelling scheen te hebben. Ook Tom speelde nog, maar van deze partij heb ik erg weinig gezien. Uiteindelijk moest Tom de koning omleggen, waardoor de stand gelijk was: 3-3.

Aan de beide overige borden zag het er slecht uit: zowel Johan als Wilbert stonden bepaald beroerd. Maar zoals de partij aan mijn bord volledig was gekanteld, zo nam ook Wilberts partij een onverwachte wending. Hij had toren en pion tegen toren, loper en pion voor zijn tegenstander en kon dus eigenlijk alleen maar op remise hopen, maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit: zijn tegenstander deed het een paar keer fout en belandde uiteindelijk in een eindspel met alleen nog een loper tegen een toren voor Wilbert. Dit is vaak remise, maar niet in dit geval: Wilbert had scherp gezien dat hij na de afwikkeling de loper kon pennen en daardoor winnen. Winst voor Wilbert dus nog, ongelooflijk…

Een hard gelag voor de tegenstander. We stonden nu met 4-3 voor en als Johan erin zou slagen remise te maken, zouden we de wedstrijd nog winnen, iets waar het, ondanks de 2-0 voorsprong in het begin, nooit naar uit had gezien.

Johan stond moeilijk en vocht taai voor lijfsbehoud. Hij slaagde er nog wel op knappe wijze in een stuk terug te winnen, maar de d-pion van zijn tegenstander bleek te ver opgerukt en in het verre eindspel moest Johan uiteindelijk het hoofd buigen. Een mooie prestatie van zijn tegenstander, die voor het eerst een externe partij speelde en dat erg goed deed.

Hiermee kwam de eindstand op 4-4. Een gelukkig matchpunt voor ons, want een 5-3 nederlaag zou een betere afspiegeling van de verhoudingen zijn geweest. Maar goed, in ieder geval hebben alle spelers een enerverende middag beleefd, en daar doe je het tenslotte voor.

Tot slot nog de volledige uitslag.

De Kentering 1  RDS 1  
Leon ter Beek1843 John ten Ham18751-0
Tom Fürstenberg1766 Martijn Bax17470-1
Ralf Duong Bert de Laat16090-1
Hans van Eijk1658 Martin van Driel1640½-½
Luigi de Mas1613 Harry Willems1564½-½
Ton Snoeren1822 Ad Verhagen14881-0
Wilbert van Eijk1565 Wim van der Heijden15351-0
Johan Knuvers1584 Johnny van Geffen0-1
 1693  16374-4

De tweede ronde vindt plaats op zaterdag 4 november. We spelen dan uit tegen De Vughtse Toren 1, een team dat in de eerste ronde met 7-1 verloor van Stukkenjagers 6 en daarbij met maar zes spelers kwam opdagen.

Verder speelden in onze klasse HMC 3 en HMC 4 tegen elkaar. Bij HMC 4 doen twee spelers mee die bij ons intern spelen: Mike Adriaanse, die tegen Bert Kramer het onderspit dolf, en Richard Jongeneel, die remise speelde tegen de oude vos Cees Nuijten. Tegen deze beide teams spelen we dit seizoen dus ook nog. Het belooft een interessant en spannend seizoen te worden!

Goed bezette clubavond!

Maar liefst 12 partijen op maandagavond 2 oktober! Ton was oneven en had ruimschoots de tijd om de kunststukjes te bewonderen en wat foto’s te maken. Ook een foto van Bart, die eindelijk de felbegeerde beker van het Zomerschaken in ontvangst mocht nemen.