Partij-analyse Ron Steeksma – Wilbert van Eijk

Door Wilbert

De externe wedstrijd van het eerste team eindigde in een nipte nederlaag. Drie partijen – die van Gert-Jan, Luigi en mijzelf – werden gewonnen en Leon speelde gelijk.

Hierbij mijn partij met wat gedachten.

In bovenstaande stelling op het naspeelbord is 9 … Pc6 of Pbd7 theorie. Maar ik heb 9… e5 dwingt de tegenstander iets te doen aan de dreiging 10. … Lg4. Het antwoord 10. Pde2 leidt tot ruimteverlies. Waarschijnlijk is 10. Pf5 beter. Onderstaand (na ‘Lees verder’) de analyse van meerdere markante momenten in de partij. Lees verder

Hallucinatie

Door Tom Fürstenberg

Maandag 30 oktober met zwart tegen Olaf Soons. Zwart staat in de diagramstelling natuurlijk gewonnen. Ik zag dat mat op de onderste lijn erin zat. Alleen nog even de witte loper op c4 weglokken..  en ik speelde 24. … Le6????? Er staan niet genoeg vraagtekens op mijn computer….

Na 24… Kg7 25. Pd5 Dc5 (zie de variant hoe het verder kan gaan) kan wit opgeven.

Kentering opnieuw prooi voor Stukkenjagers

Door Leon

Een wedstrijd tussen jagers en prooidieren, zo omschreef David anderhalve week geleden op treffende wijze de wedstrijd tussen De Kentering 1 en De Stukkenjagers 6. De gasten uit Tilburg boekten een overtuigende 6-2 overwinning en verwezen ons vlaggenschip in de zaterdagcompetitie naar een gedeelde laatste plaats met 1 matchpunt uit 3 wedstrijden.

Op de clubavond van maandag 4 december hadden we de kans om gedeeltelijk revanche te nemen. Het eerste team, in de avondcompetitie spelend onder de naam De Kentering A, trad namelijk thuis aan tegen De Stukkenjagers A. Bij de gasten speelden drie spelers mee van het team dat met 6-2 van De Kentering 1 had gewonnen.

Op bord 1 speelde ik tegen Simon de Graauw, een jonge speler die anderhalve week eerder, in Café De Sjang, ook al mijn tegenstander was. Bovendien speelden we met dezelfde kleuren, hij met wit en ik met zwart.

In De Sjang hadden we een vlakke, tamelijk saaie partij gespeeld, waarin we er beiden in slaagden fouten te vermijden en al gauw in remise berustten, waarmee Simon best tevreden was. Hij heeft een beduidend lagere rating dan ik, maar in de post-mortem bleek dat hij een goede kijk op het spel heeft.

De vraag was: zou het in D’n Beer ook zo’n niet al te interessante partij worden? Welnu, de partij duurde slechts 18 zetten, maar een korte blik op het notatieformulier maakt duidelijk dat het een hakpartij van het zuiverste water was.

Zo werden al op zet 5 de dames geruild. Hoe vaak komt het voor dat beide spelers al zo snel de dame buitmaken? Het eerste teken van een compromisloos gevecht waarin geen risico zou worden geschuwd.

Het vervolg was niet minder spectaculair. Ik opende het bal op de damevleugel met de roekeloze aanvalszet 7… a7-a6.  Onthutst keek mijn tegenstander mij aan, en ik kon er zeker van zijn dat hij een paar zetten nodig zou hebben om van deze psychologische dreun te bekomen.

Maar hij hield zich goed en slaagde erin een paar niet al te slechte zetten te vinden. Ondertussen zat ik uiteraard ook niet stil, althans in intellectueel opzicht. Ik had nu weliswaar op de damevleugel een formidabel zwart bruggehoofd op a6 gevestigd, maar waar gaat het eigenlijk om in het schaakspel? Doet de damevleugel er eigenlijk wel toe? Waarom spelen op de vleugels? Het centrum is waar het om gaat! Dat weet toch elke schaker?

Door deze diepe gedachten geïnspireerd besloot ik manmoedig tot de meedogenloze centrumopstoot 8… e7-e6.

Mijn tegenstander trok wit weg en moest even zijn evenwicht hervinden. Maar na een paar keer te hebben geslikt vermande hij zich en hij speelde energiek het adembenemende 9. a2-a3.

Na het uitvoeren van deze krachtzet keek hij mij triomfantelijk aan. Ik moet toegeven dat mijn eerste impuls na het zien van deze zet was: opgeven. Maar waar negen op de tien zwartspelers zich in het onvermijdelijke hadden geschikt en de koning hadden omgelegd, vond ik op wonderbaarlijke wijze de kracht om niet op te geven en door te spelen.

Waarom speelde ik door? Omdat ik zag dat de redenering achter mijn spel tot nu toe onjuist was. De zetten waren uitstekend geweest —daarover geen twijfel — maar deze zetten waren geworteld in een ontoereikend begrip van het schaakspel.

Ik had geredeneerd dat het centrum belangrijker is dan de damevleugel. Dat is natuurlijk juist, maar is dat alles? Is er niet meer over te zeggen? Was er niet nog iets? En opeens zag ik het licht! Natuurlijk! Wat nou centrum? De koningsvleugel is toch veel belangrijker? Dat weet toch elke beginneling? Wat is het doel van het schaakspel? De koning matzetten. En waar vind je de vijandelijke koning? Op de koningsvleugel natuurlijk! Daarom heet die vleugel zo!

Deze overwegingen brachten mij ertoe alle schroom van mij af te werpen en met het schuim op de lippen het rabiate 10… h7-h6 te spelen.

Menig witspeler zou wanhopig de handdoek in de ring hebben gegooid, maar ik had te maken met een Stukkenjager. Mijn krachtzetten hadden diepe indruk gemaakt, maar mijn tegenstander bleek voor geen kleintje vervaard.

Zijn reactie was subliem: omdat hij inzag dat er tegen mijn actie op de koningsvleugel geen kruid was gewassen, verplaatste hij het strijdtoneel wederom naar … het centrum! Ondanks het feit dat zijn koning nog in het centrum stond, speelde hij de vervaarlijk ogende opmars 12. e2-e3, meteen daarna gevolg door het hyperactieve 13. Lf1-e2.

Ik begreep dat ik mijn evenknie had gevonden. De witte loper stond weliswaar in het centrum, maar bestreek tevens de velden g4 en h5 op de koningsvleugel. Deze tegenstander wist wat hij deed…

Het resultaat van deze wederzijdse wervelwind, die slechts een uur had geduurd: remise. De rest van de middag probeerde ik bij te komen van deze partij, maar het zal iedereen duidelijk zijn dat ik niet veel energie over had om de partijen van mijn teamgenoten te volgen.

Uiteindelijk bleek ons team met 1½-2½ aan het kortste eind te hebben getrokken. De Stukkenjagers hadden hun naam opnieuw eer aangedaan. We staan nu in de avondcompetitie op de laatste plaats met 1 matchpunt uit 4 wedstrijden. Ook voor ons wordt het tijd om onze naam eer aan te doen en een kentering ten goede te bewerkstelligen!

De Kentering A  Stukkenjagers A  
Leon ter Beek1841 Simon de Graauw1421½-½
David Bruggeman1739 Jens Korzilius16960-1
Luigi de Mas1630 Tijn Verhoeven16251-0
Johan Knuvers1586 Max Mutter15600-1
 1699  15761½-2½

Jagers en prooi

Door David

Foto’s: Hans Kranenbarg

Ton Renes tegen Paul Willemen en Ton Snoeren tegen Ömer Erkul

Verandering van spijs doet eten, maar verandering van locatie naar de gastvrije, maar matig verlichte zaal van Café De Sjang, deed ons spel geen goed. Onze twee teams werden flink afgedroogd in onze externe wedstrijden. Weer mooi synchroon met symmetrische uitslagen. De Kentering 1 – De Stukkenjagers 6: 2-6 en De Kentering 2 – De Stukkenjagers 9: 1-3. Twee teams van gemotiveerde Stukkenjagers, waarvan sommigen me trots uit de doeken deden hoe ze hun strijdplan hadden uitgedokterd tegen ons, spelers met merendeels hogere ratings. Ik had het gevoel dat we kansloos opgejaagd waren. Prooidieren voor deels jonge, ambitieuze schakers. Ligt het aan hun strijdlustige naam, ‘Stukkenjagers’? Zouden we anders spelen als we “SV D’n Beer van Rosmalen” zouden heten…?

Robert Smulders tegen Roel Jongenelen en Luigi de Mas tegen Roger Bougie

Niet alles was dramatisch. Roel haalde als invaller in het 1e team een mooie remise aan bord 7 tegen Robert Smulders, en naast hem op bord 8 liep Luigi in een overtuigende aanval over zijn tegenstander Roger Bougie heen.

 

Jobava London System

Ook Leon bracht nog een half punt over de streep tegen een van de eerder genoemde ambitieuze jonge spelers, Simon de Graauw die afgelopen maanden al meer veel sterker geachte spelers aan zijn zegekar heeft gebonden. De opening was typisch zo’n lastig geval dat je soms online tegenkomt, het Jobava London Systeem. Een mond vol, en zoals de naam aangeeft, met succes gepopulariseerd door de Georgische grootmeester Baadur Jobava. 1. d4 d5, 2. Pc3?! Pf6, 3. Lf4 (vandaar dat ‘London’) en hier speelde Leon het veilige 3. …c6, om Pb5 te vermijden. 3… a6 heeft mijn voorkeur, maar ook, Lf5 of zelfs c5 zijn mogelijk als je weet wat je doet. Zijn tegenstander kende het in ieder geval goed, Leon pareerde het voldoende, maar kwam niet verder dan remise. Een opening die het waard is eens nader te bestuderen: er zitten vervelende valstrikken in als je het niet een beetje kent. Ik heb het verder niet goed gevolgd, omdat ik met schaamrood op m’n kaken eerst een pion weggaf, toen nog één blunderde en er verder niet mee aan te pas kwam tegen de sterk spelende Thomas Tepe.

Jens Korzilius – Tom Fürstenberg

Tom was intussen tegen Jens Korzilius – die zich op de foto eens tevreden uitrekt – ook in een tamelijk uitzichtloze situatie beland, wat aan zijn gezicht is af te zien; somber peinzend over het lot van zijn koning die kougevat moet hebben van de tochtige burcht waar hij zijn monarch mee opzadelde. Kansrijker was de stelling van Hans, in een toreneindspel met een pion meer. Maar een van de pionnen van zijn tegenstander was wat verder opgerukt, en hoe meer Hans probeerde de stelling op slot te houden, des te meer terrein won de sluwe jager Marsel van Hoorn, en bracht de pion winnend naar de overkant.

David Bruggeman tegen Thomas Tepe en Tijn Verhoeven tegen Peter Zijderveld

De langste partij kwam op naam van Peter op bord 5, onze tweede invaller. Een fout in het middenspel kostte een loper tegen een pion, maar desondanks wist hij nog lange tijd kansen te creëren tegen Tijn Verhoeven. Toen deze na een mooi combinatie met een dodelijke paardvork twee torens op de korrel nam, en de vinger aan de trekker van zijn jachtgeweer legde, had Peter genoeg gezien, en gaf zich gewonnen. Daarmee kwam de eindstand op  2 – 6.

De partijen in het tweede team heb ik niet goed gevolgd. Daar won in ieder geval ook niet het op papier sterkere team van De Kentering 2, maar was de verrassende uitslag 1 – 3 voor de tegenstanders van De Stukkenjagers 9.

De Uitslagen:

Partij-analyse Bart van den Berg – Hans van Eijk

Door Bart

Een leuke partij tegen Hans die eindigde in een aanval met mat in 5.