Door David
Voor de tweede keer binnen drie dagen een volle speelzaal. Maandag 3 november hadden 32 deelnemers aan het schaaktoernooi Tjeu Segers Rapidprijs er veel zin in om in vier snelle potjes uit te maken wie de het best uit de voeten kan in een partij met maar 15 minuten op de klok.
Na drie ronden was er nog een vijf spelers ongeslagen. Naast Jarich Haitjema, Thomas Kaufmann, Franck Steenbekkers en Sven Bruls, was dat ook nog Gert-Jan van Dijk die naast een winst ook twee van de zeer zeldzame remises op zijn naam had staan. In het overgrote deel van de partijen was zo’n evenwichtige slotstelling ver te zoeken….
De vier koplopers werden aan elkaar gekoppeld om te bepalen wie er met de prijzen vandoor zou gaan. Jarich won deze laatste ronde overtuigend van Franck, en Thomas bleek te sterk voor Sven, wat de volgende eindstand opleverde:
1e plaats: Jarich Haitjema
2e plaats: Thomas Kaufmann
3e plaats: Franck Steenbekkers
Daarnaast waren er ratingprijzen voor de goed bezette ratinggroepen:
Ratinggroep 1600 – 1799: Johan Tode
Ratinggroep 1400 – 1599: Lorenzo Montin
Ratinggroep 0 – 1399: Coen Slooten
Met dank aan sponsor Tjeu Segers was ook deze editie weer een super gezellig schaaktoernooi!
Zie voor de volledige eindstand de pagina 2025-2026 Eindstand rapid
Veel mooie foto’s op de pagina Foto’s Rapidtoernooi 2025
De Kentering-Oisterwijk/Oude Toren 10,5-9,5
Door David
Door een speling van het (indelings-)lot speelden afgelopen zaterdag 1 november de drie teams van De Kentering en van de combinatieclub Oisterwijk/De Oude Toren tegen elkaar. Of OOTC zoals ze liever te boek willen staan, maar het lukte op een of andere manier zich niet in te schrijven met die handigere naam. De beide fusieclubs hadden vorig jaar “anderhalf” team en nu dus 3 teams het betere verdeling van al die spelers over die drie teams naar speelsterkte.
Daarmee traden teams van onze clubs aan die ongeveer gelijk waren in speelsterkte op papier. Het werd dan ook daverend spannend. Misschien nog het minst in de match van team 3. Daar zag het er in de loop van de middag als snel heel gunstig uit op de meeste borden, en kon De Kentering 3 de sterke start van het seizoen doortrekken met een fraaie 3-1 overwinning.
Onderstaand de analyse van de partij van Roel tegen Cor Zijlmans.
Commentaar Roel: Het is een beetje saaie partij. Schuiven met stukjes hout. Volgens Chessbase doen beide partijen steeds min of meer een goede zet. Na 27 zettenen een remise aanbod een verrassende ontknoping.
Daarna nog even afwachten wat Hans doet en de winst is binnen. Mooi resultaat 3-1.
Het tweede team was op papier gelijkwaardig aan de tegenstander, maar dat is enigszins vertekend door het ontbreken van ratings bij Jan, Lorenzo en Lex. Ik ben benieuwd wanneer zij eindelijk ook een rating krijgen. De regel bij de KNSB is dat je een KNSB-rating krijgt als je vijf officiële partijen hebt gespeeld tegen een spelers met een KNSB-rating.
Waar in de vorige ronde Hans en Wilbert op bord 1 en 2 de beslissende punten binnen haalden om er 4-4 van te maken ten OSV 3, dolven zij nu het onderspit tegen twee sterke speler van OOTC 2 en ging de match, ondanks twee fraaie overwinningen van Peter en Dick verloren met 3-5.
De stand tussen De Kentering en OOTC in de clubmatch was daarmee, na deze twee confrontaties, weer gelijkgetrokken: 6-6. Aan het 1e team om het pleit in ons voordeel te beslechten. Daar zag het lange tijd niet naar uit. OOTC stond halverwege de middag voor met 2,5-3,5 en op de laatste twee borden stond ik lange tijd slechter en Piet in zijn partij gelijk. In beide partijen kenterde de situatie echter, allicht onder tijdsdruk, in ons voordeel. Piet kwam een pion voor en speelde het vakkundig uit. In mijn partij ruilde mijn tegenstander onnodig zijn sterkere loper en paard tegen die van mij, en kwam toen allengs slechter te staan. Ondanks fouten in het eindspel over en weer, wist ik deze partij uiteindelijk te winnen. Onderstaand enkele voor mij leerzame momenten uit die partij.
De Kentering 1 won daarmee met 4,5-3,5 en de onofficiële uitslag van de clubmatch werd 10,5-9,5. Sterk werk van alle drie de teams!

Analyse middenspel Ron Steeksma – David Bruggeman
In deze stelling na 23… Th3 staat Ron Steeksma met wit heel comfortabel (+2,3). Zij loper en paard hebben duidelijk veel meer en sterkere velden dan die van mij. Hij maakt zich zorgen over zijn zwakke h-pion, maar die is toch ook gemakkelijk verdedigbaar met Td2. Als je stukken actiever staan is het juiste plan om de druk te vergroten met bijvoorbeeld een 2e front. 24. a4 is hier de sterkste zet. Ron zag echter meer zorgen dan kansen, en, hoewel dat vast niet zijn plan was, ruilde het in de loop van 7 zetten zijn prachtige loper en paard tegen de gekooide evenknieën van mij, te beginnen met de sterke loper: 24. Lf5+ Pxf5 25. Pxf5 Lf8
(had ik vooraf gezien als redding en om die reden op zet 23 de toren van h4 naar h3 gespeeld om niet in een vork verloren te gaan na Pxf5. (Th7 kan niet: Er dreigt ook mat op d6!)
Het staat nu gelijk.
Wit volhardt in zijn plan om eerst zijn h-lijnprobleem op te lossen en na 26. Kg2 Th7 27. Th1 Le7 28. Tad1 Td8 29. Kg3 d5 staat de volgende stelling op het bord.
27… Le7 was niet de sterkste zet geweest, het verhindert dat de toren na bijvoorbeeld f6 aan de andere kant van het bord mee kan doen. Maar blijkbaar vindt Ron het zo vervelend dat hij nog steeds geen h4 kan spelen (30. h4, gxh4 31. Pxh4 Tdh8 verliest), dat hij op zet 30, als de loper ook nog eens actief dreigt te worden, besluit deze ook af te ruilen: 30. Pxe7 Kxe7. Nu de lichte stukken van het bord zijn, staat zwart duidelijk iets beter (-0,3).
Lessen hieruit:
1. als je beter staat moet je doorpakken en niet gaan verdedigen.
2. als je een gevaar ziet (h-lijn) is het raadzaam tijd uit te trekken om goed door te rekenen of het wel een gevaar is. Wit had h2 vrij makkelijk kunnen verdedigen. Twee torens op de h-lijn staan ook een soort offside als de aanval niet doorslaat en zijn dan eerder een probleem voor zwart: ze doen niet mee aan de andere kant van het bord.
Het toreneindspel is een aparte studie waard. Vaak was steeds één zet het verschil tussen -5 of 0,00. Vaak vond ik die, soms niet. Die plaats ik wellicht nog een keer.
De Kentering A-HSC Helmond B 1-3
Door Olaf en Bent
Na 16. Dc3 (matdreiging) Lc6, 17. Da5 (opnieuw matdreiging) Ld6, 18. Lxd6 Txd6, 19. Dxa7 bleek mijn dame te ver verwijderd van de verdediging van mijn koning.
Mijn tegenstander kon succesvol met zijn dame infiltreren op f2 en de e-lijn overnemen. Hij speelde de rest van de partij verder vlekkeloos uit.
Hier volgt zijn bijdrage:
Het plan met Ph6 is een bekend bestrijdingsmiddel in een analoge variant uit het Hollands via 1. d4 f5 2. g3 Pf6 3. Ph3.
In tegenstelling tot Pf3 / Pf6 is het mogelijk om Ph6-Pf5 te spelen! Het ziet er enigszins gek uit maar (indien goed gespeeld) staat het paard op f5 veilig tegen opstoten als g4/e4.
Met de nadruk, op “indien goed gespeeld”: dit deed ik allesbehalve… Ik combineerde twee plannen (Ph6 – b6 – Lb7 tegen het Hollands, f6-e5 tegen een b3-systeem) zodat ik een gedrocht van een stelling kreeg.
na 12. d3?! weet ik voordeel te creëren met 12. … Pxe5 13. Lxe5 Pf7! 14. Lc3 e5 waarna wit’s stelling onder druk komt te staan.
Zwarts stukken zorgde voor veel ongemak in het witte kamp, en onsecuur opgespeelde pionnen naar d4/h4 zorgden voor zwakke velden op g4/e4 waar ik gretig gebruik van maakte.
Na 22. … Ld6 heeft wit eigenlijk weinig te zoeken in de stelling. Zetten als 19. h4 en 22. d4 hebben ondanks kortstondige tijdwinst gezorgd voor teveel verzwakkingen.
Het plan van zwart is nu simpelweg druk zetten op e3 met de zware stukken, en snel Kb8!! te spelen om te voorkomen dat wit ooit op f5 slaat met schaak.
Wit heeft zwaktes van zwarte gespot op de achterste lijn, in combinatie met de witveldige loper op h3 welke loert naar c8.
Zwart had de stellingsdynamiek iets dieper doorgrond:
30. … Txf3!! 31. Lxg5 Txe1+ 32. Txe1 Txh3 en de belangrijke witveldige loper is niet meer. Zwart wint.
Schaakstudie #1 oplossing
Oplossing van de schaakstudie #1 van vrijdag 17 oktober
In deze stelling zou zwart met een toren meer gewonnen staan, ware het niet dat wit op het punt staat met zijn a-pion te promoveren. Als zwart dat gepromoveerde stuk slaat kan wit de partij remise houden (probeer maar uit). Toch is er een weg naar winst voor zwart.
Welke zet moet zwart spelen, en welke zet daarna om deze partij toch te winnen?
1… Ta8!! 2. Kxa8 Kc7!
Wit is nu in zugzwang en moet 3. g4 spelen. Zwart slaat, promoveert als eerst en kan dan op g2 matgeven.
Wit hoeft na 1… Ta8 natuurlijk de toren niet te slaan, maar na bijvoorbeeld 2. Kb6 volgt 2… Kc8 en daarna Kc7 en dan valt de a pion en wint zwart ook.
Het thema dat Polerio hier bestudeerde was niet zo zeer ‘zugzwang’ maar vooral het torenoffer om het eindspel te winnen.
Schaakstudie #1
Door David
Uit de mooie schaakbibliotheek van Luigi kwam ook een boek met probleemstellingen: ‘Schaakstudies in onze dagen’ van A.O. Herbstman. Hans van Eijk legde het opzij met een bijzonder doel. “Lijkt me leuk om regelmatig een probleemstelling uit dit boek op onze website te zetten.”
Leuk en leerzaam inderdaad. Oorspronkelijk komen, zoals het boek vertelt, schaakstudies voort uit de noeste arbeid om de schaaktheorie uit te breiden. De theorie over eindspelen, maar ook over bijzondere patronen in het middenspel. Vooral met een praktisch doel dus. Pas in de 19e eeuw kwam daar een artistiek doel bij: mooie en kunstig gecomponeerde stellingen bedenken met maar één goede en wonderschone oplossing. Vaak ook met romantische elementen als ‘een dolle toren’ ‘lange wandelingen van de koning om aan patvallen te ontsnappen’ en ‘promotie tot een licht stuk’. Meestal zijn het curieuze stellingen waarvan het onwaarschijnlijk is dat die kunnen voorkomen in een normale partij en die daarom ook weinig toevoegen aan de theorie. Maar wel vaak schitterend. Die komen ook af en toe bod in deze nieuwe rubriek, maar toch vooral de praktische schaakstudies, met patronen waar je in je eigen partijen ook wat aan hebt.
Ik geef deze rubriek het wat ouderwetsere woord ‘Schaakstudie’ en niet ‘probleemstelling’ omdat dat wat duidelijker refereert aan het aspect van beter worden door te studeren. Het is ook een oproep aan jullie om het te gebruiken als studie, en niet in de valstrik te stappen gemakzuchtig te zijn en de oplossing met de computer op te zoeken. Zweten en een tijdje er niet uitkomen is deel van het leerproces!
Ik plaats deze schaakstudies, heb ik me voorgenomen, (ongeveer) om de week op vrijdag op de website en geef maandagochtend het antwoord.
Schaakstudie #1 is van G.C. Polerio uit 1590. Hij is geboren in 1555 en gold als een sterke speler en schaaktheoreticus in de 16e eeuw. Het thema dat hij hier bestudeerde verklap ik niet – dat zou teveel een hint zijn – maar de studie past goed in de rijke tradities van de bestudering van stellingen met de vraag of de stelling remise is of tot winst geleid kan worden (of andersom: remise gehouden kan worden).
In deze stelling zou zwart met een toren meer gewonnen staan, ware het niet dat wit op het punt staat met zijn a-pion te promoveren. Als zwart dat gepromoveerde stuk slaat kan wit de partij remise houden (probeer maar uit). Toch is er een weg naar winst voor zwart.
Welke zet moet zwart spelen, en welke zet daarna om deze partij toch te winnen?






