De Kentering A neemt koppositie over

Door Leon

Op maandagavond 17 maart speelde De Kentering A de uitwedstrijd tegen de koploper in klasse 2C, RDS A uit Sint-Oedenrode.

RDS stond eerste met één matchpunt voorsprong op ons, dus het was voor beide teams erop of eronder.

Na korte tijd spelen bleek zich aan het vierde bord een schaakramp te hebben voltrokken: in goede stelling wilde David een damezet doen, maar dat bleek een onreglementaire zet te zijn. Op de vorige zet had zijn tegenstander hem namelijk schaak gezet, maar dat was David ontgaan. Ongelukkig genoeg was er in de stelling een damezet mogelijk die het schaak ophief, en David was dus gedwongen die te spelen. Daarmee verloor hij wel zonder compensatie zijn dame, hetgeen natuurlijk einde partij betekende. Een slecht begin voor het team!

Aan het eerste bord had ik inmiddels een moeilijke maar ongeveer gelijkstaande stelling bereikt, terwijl Nico aan het tweede bord goed leek te staan. Aan bord drie was Johan in een gevecht gewikkeld dat nog alle kanten op kon, maar hij leek me iets minder te staan.

Na een uur of twee spelen had ik de volgende stelling bereikt:

Leon – John ten Ham na 20… Dd7.

Wit heeft een dubbelpion, maar als compensatie staan de witte stukken veel actiever dan de zwarte. Ik speelde hier 21. Td5, maar met 21. Dd5 had ik het zwart nog lastig kunnen maken. De stelling blijft bij nauwkeurig spel remise, maar zwart kan het gemakkelijk fout doen als hij niet oppast. Zo kan zwart beter niet met 21… Dxd5 de dames ruilen, want na 22. exd5 is de druk tegen pion b7 voor zwart onaangenaam, bijvoorbeeld 22… b6 23. d6.

Het beste voor zwart is misschien nog 22… Le7 23. Txb7 Lc5. In veel gevallen komt het erop neer dat wit een van de zwarte damevleugelpionnen kan veroveren, maar met nauwkeurig spel kan zwart dankzij de ongelijke lopers remise houden.

Na 21. Td5 De7  22. Lh3 Tfd8  23. Tad1 Txd5  24. Txd5 Td8 is de volgende stelling ontstaan:

Leon – John ten Ham na 24… Txd8

Ik speelde hier 25. Txd8, maar een mogelijkheid die John tijdens de partij vreesde was 25. Tc5. Er dreigt 26. Tc7 en dat ziet er lastig uit voor zwart. Zwart kan zich echter staande houden met 25… a6 26. Tc7 b5! (een mogelijkheid die Nico tijdens de partij al had gezien), waarna wit toch niet goed verder komt.

In de partij speelde ik dus 25. Txd8 en na 25… Dxd8 26. Dc8 werd het snel remise.

De stand was daarmee 1½-½ geworden in het voordeel van RDS. Inmiddels had Nico een stuk gewonnen, maar zijn tegenstander leek compensatie te hebben in de vorm van dreigende activiteit. Nico verdedigde koelbloedig en kon na een uur of drie zijn voordeel verzilveren. Knap gespeeld. Hiermee was de stand gelijk: 1½-1½.

Johan had ondertussen, hoewel hij ietsje minder stond, een remiseaanbod afgeslagen. Dat getuigde van een vechtersmentaliteit. Aan een gelijkspel had ons team niets, dus Johan speelde door en hij slaagde erin langzamerhand af te wikkelen naar een eindspel met dames en pionnen. Hij bouwde langzaam de druk verder op en uiteindelijk maakte zijn tegenstander, al in flinke tijdnood, een fout die Johan een winnende stelling opleverde, waarin zijn tegenstander door de vlag ging. Een prachtige prestatie van Johan, die ons team de overwinning in de wedstrijd en de koppositie in de klasse opleverde!

We staan nu, met nog één ronde te gaan, een punt voor op RDS A. Winst in de laatste ronde is nu genoeg voor promotie!

RDS A

 

 

De Kentering A

 

 

John ten Ham

1972

 

Leon ter Beek

1896

½-½

Martijn Bax

1880

 

Nico van Brakel

1942

0-1

Martin van Driel

1764

 

Johan Knuvers

1762

0-1

Bert de Laat

1740

 

David Bruggeman

1898

1-0

 

1839

 

 

1875

1½-2½

Strijdend ten onder

Door Hans Kranenbarg

Met één punt achterstand hadden we tegen koploper OSV 2, gemiddelde rating 90 punten hoger, de kans om de kop over te nemen en misschien wel evenals team 1 een kampioenschap te gaan behalen. Dat zou een prestatie van formaat zijn. Helaas, het liep anders: de wedstrijd eindigde in een deceptie: 5,5 -2,5. En het begon zo veelbelovend, met een mooie zege voor Ralf.

Als ik in onderstaand verslagje de plank mis sla, wat heel goed mogelijk is, hoop ik dat mijn teamgenoten mij dat vergeven.

Olaf raakte algauw verwikkeld in een zwaar positioneel gevecht, waarin hij lange tijd in de verdrukking stond. Uiteindelijk resteerde een volkomen gelijk eindspel: remise.
Ralf, altijd goed voor een verrassing, dreigde op c6 een paard te verliezen, wist dat op wonderbaarlijke wijze te voorkomen en zette met een sereen gezicht een vernietigende aanval in op de witte koning. Dat leverde hem eerst de kwaliteit en vervolgens een volle toren op.

Ik kreeg in een Caro Kann een overwegende stelling, met verdubbelde torens op de e-lijn, die eigenlijk tot winst had moeten leiden. Ik wikkelde af, zoals vaker veel te snel en niet goed doordacht, naar een eindspel waarin de tegenstander helaas eeuwig schaak had.
Dick streed zoals gewoonlijk door tot het bittere einde tegen een tegenstander met de hoogste rating. In een eindspel met toren tegen loper ruilde zijn tegenstander op het juiste moment de toren tegen de loper en kon een pion laten promoveren.

Paul kwam na zware strijd remise overeen tegen de tegenstander met de een na hoogste rating. Lange tijd stond Paul zelfs een tikkeltje beter.
Eduard, die Peter verving, kreeg in een gelijk opgaande partij uiteindelijk te maken met een dood en verderf zaaiend paard.

Roel zag in gelijke stelling een tussenschaakje over het hoofd, waardoor een kostbaar paard op d4 sneuvelde. Het vervolg was niet meer al te moeilijk voor de tegenstander.
Pieter verloor in het middenspel een kostbare pion, waardoor zijn tegenstander in het eindspel een vorstelijke vrijpion overhield.

Promotiewedstrijd

Door David

Oss, 8 maart 2024. We waren de favoriet voor de eerste plaats vanaf de eerste ronde, maar als het dan, zoals afgelopen zaterdag, om een beslissende wedstrijd gaat voor de promotie, spelen zenuwen toch een rol. Wellicht dat daardoor de wedstrijd in de voorlaatste ronde van het seizoen tegen OSV 3 nog spannender werd dan nodig.

Het begon goed met een snelle overwinning van Wilbert met wit tegen Frans Megens met een vlotte aanval tegen de koningsstelling in een Nimzo-Indische opening. Pion h7 vloog er al vroeg af. Dat maakt niet zoveel uit meende de tegenstander achteraf, maar Wilbert had niet veel tijd en zetten nodig om aan te tonen dat dat de partij technisch al verloren voor zwart maakte.

Al snel volgde een half punt van mijzelf. Zlatko Blazevic bood remise aan. Het had geen zin naar de stand in de wedstrijd te kijken: het was volkomen remise met twee ongelijke lopers en een gelijk aantal pionnen. Ik mocht er eigenlijk mee van geluk spreken. Een onnauwkeurigheid in de opening had me op een pion achterstand en geen enkele compensatie gebracht. Door te haastig spel van mijn tegenstander kon ik stap voor stap weer gelijk komen en de pion terug winnen. Op zich iets om tevreden mee te zijn, maar toch balen dat ik de zetvolgorde in de opening niet goed onthouden had.

De eerste 0 kwam van Ton die een goed voorbereide Moqtader Ghazizoi trof die het de Najdorf-variant in het Siciliaans goed kende en een groot aantal zetten de theorie kon volgen. Ton stond al gauw slechter, met twee paarden tegen twee actieve lopers van zwart. Een tactisch remiseaanbod werd terecht maar helaas niet aanvaard door zijn tegenstander en een paar zetten later moest Ton zich gewonnen geven.

Leon zat intussen tegen Marc Thielsch ook in een Siciliaan, maar dan met de zwarte stukken en had het aanzienlijk gemakkelijker. Wit speelde het passief met b3, een pion die, na a4 een grote zwakte werd waar Leon in alle rust tegenaan kon gaan duwen en intussen zijn stukken steeds dieper de witte stelling in dirigeren. toch duurde deze partij met het gemanoeuvreer het langst. De voorsprong werd gestaag steeds groter en met een pion en loper voor had hij in de eindfase de weg naar de winst voor het uitzoeken. In plaats voor het veroveren van nog meer materiaal, koos hij de meest elegante: een niet te verleggen mataanval. Dat was het laatste punt dat de eindstand op 5-3 bracht en de promotie een feit maakte.

Daarvoor was het echter nog spannend gemaakt door Tom en Cas. Tom gaf in een naar eigen zeggen betere stelling tegen Jody Ummels een stuk weg. Nagekomen commentaar Jody: “Ik ben het er niet eens dat ik won vanuit een voor mij mindere stelling. Tom had de pech dat ik exact dezelfde lijn in de opening op het bord had gekregen op de laatste clubavond. En omdat toen verloor en baalde, had ik ‘em vrij uitgebreid geanalyseerd. En ik had het nog paraat gelukkig.”
Cas verloor ook een stuk, al was dat geen ongelukje maar een bewust maar niet goed uitgevoerd paardoffer, dat niet de mat, maar een stuk voorsprong voor de tegenstander bracht. Tom verloor de partij, maar Cas had voldoende actieve stukken over om zijn tegenstander Mattia Trucco onder druk te zetten.

Die moest in de fase zijn koning een keer of tien verplaatsen om aan de schaakjes of dreigingen te ontsnappen. Even leek de partij in remise door zetherhaling te eindigen, maar na één maal herhalen koos zijn tegenstander voor de andere optie: dames ruilen en een toren voor een loper geven. Met de toren en een pion van Cas tegen een paard en een loper was remise in zicht. Beide spelers maakten echter vervolgens een fout: Cas door niet te zien dat zijn opgesloten toren onaantastbaar was, en zijn tegenstander door na een onjuist berekende zet van Cas om de toren te bevrijden, Cas’ berekening te geloven en de aangeboden remise te accepteren.

Hans had intussen zijn partij met rustig spel gewonnen. Tegenstander Jos van Doorn liet steeds meer zwaktes in zijn stelling ontstaan, en dan kun je het klaren van de klus rustig aan de routinier Hans overlaten.

Ook Johan won zijn partij tegen jeugdspeler Sen Janssen, maar niet nadat hij een winnende stelling met een pion meer nog verrommeld had tot een remiseachtige situatie. De druk bleef vanwege de pion achterstand bij zijn tegenstander en toen die de kracht van een binnenvallende toren onderschatte viel zijn stelling als nog in duigen.


Daarmee kwam de eindstand op 3-5 en was promotie een feit. Tijd om gauw naar D’n Beer terug te keren om te proosten en de promotie te vieren met wat opschepperij over ons briljante seizoen en snacks! 
Nog één ronde ‘om des keizers baard’ op 5 april en dan op naar een nieuw seizoen in de 5e klasse, waar we wedstrijden tegen veel gelijkwaardigere tegenstanders gaan spelen. Ik heb er nu al zin in!

Dolle paarden en marathonlopers

Door Hans Kranenbarg

Team 2 van De Kentering trad zaterdag aan tegen de koploper in klasse 6N. We gingen ervan uit dat het een moeilijke opgave zou worden: gemiddelde rating van de tegenstander was zo’n 70 punten hoger. Toch traden we de tegenstander onverschrokken tegemoet. Algauw stonden we op de meeste borden ietsje beter of minstens gelijk. Alleen Pieter had inmiddels een stuk tegen een pion verloren en stond slecht maar stribbelde nog heel lang tegen.
Ralf aan bord 1 had een prachtstelling tegen een zeer sterke tegenstander, maar zag tot zijn verbijstering een schaakje met een van de paarden over het hoofd en dat kostte de dame en de partij. Ik stond op bord 4 met zwart, na ruil van twee witte stukken tegen een toren en twee pionnen, ietsje minder. Maar mijn tegenstander zag bij de afruil van stukken op e5 een tussenschaakje van mijn dame op d4 over het hoofd en dat kostte hem een volle toren en de partij. Op bord 5 overzag Peter in goede stelling evenals Ralf een schaakje met een paard en dat kostte wederom de dame en de partij. Ondertussen hadden Paul en Roel hun stellingen met voordeel uitgebouwd. Paul had een eindspel met dame en toren en een gevaarlijke vrijpion tegen dame en paard. Roel had een eindspel met twee torens en loper tegen twee torens en een paard, maar Roels loper was superieur aan het paard. Beiden wisten bekwaam af te wikkelen naar winst.

Tussenstand 3-3. Olaf op bord 2 en Dick op bord 3 moesten het voor ons gaan doen. Dat deden ze en hoe… Ze speelden beiden een marathonpartij maar bleven vastberaden en geconcentreerd hun tegenstander onder druk zetten. Olaf had een prachtstelling opgebouwd met een zeer sterke aanval op de witte koning. Zijn tegenstander gebruikte zeeën van tijd: hij had na 25 zetten nog ongeveer 2 minuten tot zet 40. Maar ja met dat increment van 30 seconden kom je een heel eind. Hij wist al hoofdschuddend en zich de haren uit het hoofd trekkend de tijdcontrole te halen. Maar Olaf liet niet meer los, had materieel groot voordeel en een vorstelijke vrijpion. Zijn tegenstander gaf gedesillusioneerd op. Dick bouwde zijn licht voordeel uit tot pionwinst en dat was ook nog eens een vrijpion. Restte een eindspel van gelijke lopers met 4 pionnen voor Dick tegen 3 pionnen voor zwart, die vastgezet waren op de koningsvleugel. Dick wist op het juiste moment zijn vrijpion te ruilen voor een pion op de koningsvleugel. Vanaf dat moment marcheerden de verbonden pionnen van Dick op de g- en de h-lijn naar een van de promotievelden. Bekwaam ontweek Dick pat en zijn tegenstander legde uiteindelijk het moede hoofd in de schoot. Een magistrale overwinning voor ons team. De volgende ronde gaat het uit tegen OSV om de eerste plaats. Als we dit huzarenstukje kunnen herhalen…

 

Geknoei

Door Tom Fürstenberg

Op maandag 3 februari deed ik mee aan het snelschaaktoernooi. Vroeger was dat mijn lust en leven, maar op mijn gevorderde leeftijd gaat mij dat steeds minder goed af. Snel zetten kan ik nog wel, maar om de stukken op de juiste plekken te zetten wordt steeds moeilijker.

In de eerste ronde moest ik tegen ene Jan Douwes. Ik kende hem niet dus was niet bekend met zijn schaakcapaciteiten. Maar goed ook want met zwart trok ik onbevangen van leer. Wonderlijk genoeg hield ik stand en had nog 2 minuten over terwijl hij nog 20 seconden had. Daarom forceerde hij remise door eeuwig schaak in gelijke stand.

Volgende tegenstander was Sebastiaan Smit. Ik kende hem van New in Chess, de uitgever van mijn boek, want hij bracht mij ongeveer een jaar geleden 100 boeken om te signeren. Zijn schaaksterkte kende ik ook niet, maar dat zou gauw veranderen. Ik was kansloos.

In de derde ronde kreeg ik iemand die vertelde dat hij in Boxtel speelt. Al gauw begon hij met de geslagen stukken te spelen, natuurlijk afgekeken van de echte schakers. Dat heb ik Euwe, Botwinnik en Karpov om er maar een paar te noemen nooit heb zien doen. Kennelijk een modeverschijnsel waar de tegenwoordige grootmeesters allemaal aan meedoen, zoals recentelijk bij het Tata schaaktoernooi.

Persoonlijk vind ik dat een irritante gewoonte om de tegenstander af te leiden. Mijn tegenstander vond kennelijk dat hij dat ook moest doen. Hij knoeide maar wat, maar ik knoeide daardoor nog meer.

Toen ging, nog steeds geërgerd tegen onze Ton Snoeren kansloos ten onder.

Nu had in 3 van de eerste 6 gehad en was tevreden dat ik nog 3½ had behaald!