Overwinning op d’n Elfde van d’n Elfde

Door Olaf

Toen wij ons om 19.15 verzamelden voor cafe d’n Beer zagen wij al de eerste blauwe jassen zwalkend over het fietspad huiswaarts rijden. Jawel, terwijl heel Oeteldonk al menig bier achter de kiezen had mochten wij op d’n Elfde van d’n Elfde naar Boxtel afreizen voor een potje schaak in de avondcompetitie van de NBSB. 

In Boxtel werden geen carnavaleske taferelen waargenomen en wij mochten al snel achter het bord plaatsnemen om te strijden voor de aansluiting in de hogere regionen van onze poule. Het bleef weer spannend tot het laatse moment. Bent was weer als laatste klaar in een bloedstollend gevecht dat hij op spectaculaire wijze wist te winnen (ik begin een patroon te ontdekken…). 

Ik mocht als eerste in mijn potje tegen Haley van Haperen een punt scoren voor ons team. De opening en het middenspel gingen aardig gelijk op totdat wij in het volgende eindspel belandden. Ik denk dat het leerzaam is om dit eens nader te bekijken. Zie diagram:

Haley van Haperen – Olaf Soons na 38…gxf5.

Een eindspel met paard tegen loper en 4 pionnen. Uiteraard geeft de computer aan dat het gelijk staat. Maar praktisch gezien was ik blij met deze stelling. Het paard staat op een wit veld en blokkeert de geisoleerde d-pion. Ik heb (bijna) al mijn pionnen weten te stationneren op witte velden. De zwartveldige loper van mijn tegenstander kan derhalve aanvallend niet veel uitrichten tegen mijn pionnen en paard. Mijn mening is dat het makkelijker spelen is met paard, maar ongetwijfeld zullen er ook spelers zijn die de loper in deze stelling prefereren.

Hoe dan ook, na 39. f4 maakt wit het niet makkelijker voor zichzelf omdat deze pion een doelwit voor mijn paard wordt. Na 39…Pf6 40. Lb4+ Kd5 staat mijn koning op het ideale blokkeerveld en is mijn paard vrij om moeilijkheden te veroorzaken in het kamp van mijn tegenstander. Na 41. Lc5 a6 bleek mijn tegenstander de beslissende fout 42. b4 te begaan. Zie diagram 2

Beter was om bijvoorbeeld Le7 te spelen en verder te keepen. Nu kan de loper niet op tijd terugkeren om de zwakke pionnen aan beide kanten van het bord te beschermen. Het was praktisch gezien al echter moeilijk voor wit om de juiste zetten vinden in deze lastige stelling. Ik geef nog de laatste zetten van de partij om de kracht van het paard in deze stelling te laten zien waarbij ik eerst 1 pion en daarna mijn 2e pion kan veroveren: 42…Ph5 43. Ke3 Kc4 44. Ld6 Pf6 45. Ke2 Pe4 46. Lc5 Pc3+ 47. Kd2 Pd5 48. Ld6 Kd4 49. Le5+ Ke4 wit geeft op.

Het is een opluchting een klassiek eindspel eens een keer tot een goed einde te weten te brengen. Een sporadische studie van het eindspel uit een boek heeft daarbij zeker geholpen!

Leon was als tweede klaar. Hier volgt zijn analyse van de partij: 

— (het inpassen is doende op mijn mobiel – ik ben een weekendje op reis – nog niet gelukt. De analyse als pdf invoegen lukte wel. Klik op onderstaande link. David —

Leon ter Beek-Ebe Reitsma, partij-analyse

De stand was na afloop van Leon’s partij 0-2 voor ons. Nico en Bent waren echter nog lang niet klaar. Nico haalde tot het einde alles uit de kast om een remise of winst te forceren, maar moest uiteindelijk gewonnen geven. Met de stand op 1-2 werd het toch nog heel erg spannend of wij de teamwinst mee naar Rosmalen konden nemen. Bent speelde namelijk al een half uur met nog maar 1 minuut op zijn klok in een (althans voor mij) zeer complexe stelling. Hieronder het relaas van Bent:

In een Pirc kwam ik al snel goed uit de opening. Opstoten op de flank en actief stukkenspel maakte dat ik al snel meer ruimte had dan mijn tegenstander.

Het lastige van zo’n stelling is dat alle stukken van wit al goed staan, maar hoe ga je dan verder?

Vaak geeft de engine dan voorkeur aan marginale verbeteringen (koningveiligheid door Kc1-Kb1, velden veroveren, stukken op een net betere lijn) dan aan directe opstoten.

Deze verbeterzetjes worden gevonden, maar in onderstaande stelling gaat het fout.

Stelling na 22. … Lf7. Zwart heeft vooral last van zijn eigen stukken. Paard op d7 is gebonden aan Paard op b6, maar blokkeert gelijk de toren op d8.

Beste zet is hier Lf2; uit de penning gaan van e4. Helaas speel ik het goede plan, maar een zet te vroeg…

23. Lh3? c5! en d5 kan niet geslagen worden door de dubbele aanval. 24. … d4 is niet te voorkomen.

Stelling na 32. De1-d1. Zwart’s stukken staan aanvallend opgesteld, maar wit lijkt nog net genoeg defensieve krachten rondom de koning te hebben.

(Loper, Paard, Toren en Dame) aanvallend vs. (Loper, Dame, Toren en pion) defensief. 4 tegen 4 lijkt net genoeg voor de verdediging maar Zwart vindt een geniale zet:

32. … Lc4!! (wit kan niet slaan vanwege 33. bxc4 Db1#.

33. Td2 d3! zou gelijk uit zijn. Overbelasting is een typisch motief in dergelijke stelling. Sla ik de pion op d3 met c2, dan valt b3 en ga ik ongetwijfeld mat.

Sla ik met de toren, kom ik een kwaliteit achter met amper tegenkansen.

Gelukkig voor het team speelt mijn tegenstander geen d3 maar 33. …. Pc3. Een slagenwissel op c3 zorgt ervoor dat ik de actieve toren kan ruilen op d6.

Ondanks tijdnood bleek actief spel genoeg voor materiaalwinst en mat!

Het was wederom een enerverend avondje schaak. Door onze overwinning houden wij aansluiting in de top van onze poule met nog een aantal sterke tegenstanders te gaan.

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *