De kracht van twee lopers

Door David Bruggeman

Maandag mochten we eindelijk weer aan de bak, en ik had er na de lange schaakpauze ook weer echt zin in. De stemming op de club voelde als warm bad: nieuwjaarswensen alom, uitwisseling van nieuwtjes en een geconcentreerde schaaksfeer rondom de vier borden van het tweede team, dat een inhaalwedstrijd speelde tegen Grenslopers 1 uit Goirle. (Mooi gewonnen mannen. 2,5-1,5 in vier spannende partijen: gefeliciteerd!).

Ik trad aan tegen Luigi de Mas. Het werd een partij waarvan je hoopt dat je ze soms mag spelen: een duidelijk plan, dat ook nog lukt en afgerond kan worden met een mooie combinatie.

Twee sterke lopers spelen een hoofdrol, en zijn ook als schaakthema interessant. Het is een bekende wijsheid: twee lopers zijn vaak sterker dan paard en loper, maar hoe verzilver je zo’n vermeend voordeel dan? Vanaf het moment dat Luigi zijn loper ruilde tegen mijn paard op c6 wilde ik proberen dat goed uit te denken. En met enige hulp van Luigi lukte het ze goed in stelling te brengen.

 

Wandelkoning

Ken uw klassieken: de winnende wandelkoning!

Door Leon ter Beek

Ik zal niet de enige zijn binnen onze schaakvereniging zijn die zich in verloren uurtjes aan vluggertjes op het internet waagt. Wat mij betreft is dit niet meer dan een — weliswaar akelig verslavend — tijdverdrijf, en ik analyseer deze potjes dan achteraf ook vrijwel nooit. Eigenlijk is dat natuurlijk zonde, want juist vluggertjes lenen zich goed om bijvoorbeeld ervaring op te doen in bepaalde openingsvarianten. Maar het is meestal te veel moeite om een partijtje te analyseren: de adrenaline verlangt alweer naar het volgende potje.

Laatst speelde ik weer zo’n vluggertje. De zetten laat ik hieronder volgen. De bedenktijd was 3 minuten met 2 seconden increment per zet.

Bij mijn 28e zet werd ik (waarschijnlijk onbewust, want het was maar een vluggertje) mede geïnspireerd door een bekend voorbeeld uit de toernooipraktijk. Het betreft de partij uit het Interpolistoernooi van Tilburg 1991, waarin Nigel Short met een vergelijkbare koningsmars Jan Timman naar huis speelde. Lees verder

Schwindel in de partij van Tom tegen Tjeu

Door: Tom Fürstenberg

Luigi schwindelt erop los, maar ik laat mij ook niet onbetuigd! Wie weet is deze ‘afgang’ van mij een goede les voor schakers die geen
gevaren zien.

Partijanalyse Fürstenberg – Wong (2022)

Wie het dramatische verloop van de wedstrijd van het 1e team afgelopen zaterdag in geuren en kleuren wil lezen, kan perfect terecht op de website van De Stukkenjagers. Link: Kentering 1-Stukkenjagers 5

Een van de weinig pareltjes afgelopen zaterdag: de mooie overwinning van Tom. Onderstaand zijn analyse van het eindspel.

Door: Tom Fürstenberg

Tom Fürstenberg – Tsz Keung Wong na zet 40

Zo stond het na lichte tijdnood. Wit heeft een pluspion maar in deze
stelling heeft die nauwelijks betekenis.
Ik had nu tijd om even naar de WC te gaan. Iemand van Stukkenjagers stond
daar ook en vertelde mij dat mijn
tegenstander erg goed was in eindspelen. ‘Ik ben ook niet een onbeschreven
blad op dat gebied’ antwoordde ik, en speelde 41. g3 Lees verder

Schwindeln op z’n Luigi’s

Partijanalyse van Luigi de Mas

We waren allemaal keurig op tijd voor de uitwedstrijd in Eindhoven op zaterdag 26 nov tegen ESV 4. Daar bleek mij dat ongeveer de helft van dat team bestaat uit jeugdspelers. Zoals menigeen heeft ervaren zijn deze tegenwoordig zo goed opgeleid, dat ze uitsluitend correcte zetten doen. Ze ontwikkelen keurig en behandelen de stelling voorts volgens beproefde strategieën. Van onderschatting was dus geen sprake, maar niettemin reden we huiswaarts met een 4,5 tegen 3,5 nederlaag.
Mijn partij met zwart tegen een naar schatting 12 – 14 jarig meiske verliep volgens het bovengeschetste stramien. Toen een eindspel was bereikt met licht voordeel voor mij besloot ik, gezien de stand van de andere borden, geen voor de hand liggende zetten te doen, want dat zou waarschijnlijk niet meer dan remise opleveren.
Helaas overzag ik echter een voor de hand liggend tussenschaak en raakte een pion achter. Mijn andere pionnen waren bovendien zwakker dan die van de tegenstander en op den duur  niet te verdedigen tegen de aanstormende paarden.
Ik besloot om niet met loper en paard een verdediging op te bouwen, maar de tempi te gebruiken om deze lichte stukken te richten op een kamikaze aanval op de witte koning.
Ik kon bij lange na niet vaststellen of het correct was, maar het zou in ieder geval veel verwarring stichten, zeker omdat wit behoorlijk veel tijd had verbruikt



Bij de uitwedstrijd voor deze, in Oss, beschwindelde ik mijn tegenstander ook al. Het eindspel stond gelijk met beide spelers een koning en 5 pionnen. Maar mijn tegenstander moest winnen voor zijn team, verbruikte te veel tijd en schoof in tijdnood de koning ook de verkeerde kant op.
Toen was dat wel winnend voor mij. Nu niet. Terecht wel.

Conclusie: verspil geen energie en tijd aan de beste zet maar maak de tegenstander onzeker.