Schaakstudie #3 oplossing

Oplossing van schaakstudie #3 van maandag 17 november

Gisteravond stond een stelling op het demonstratiebord op de clubavond van de Letse probleemcomponist Jānis Bētiņš, ook bekend als Johann Behting. Hij leefde van 1856 tot 1946.
Bētiņš plaatste deze studie in 1893 in het Dagblad van Riga.
De bedoeling was deze ‘live’ op te lossen; onderling overleg toegestaan!

Zij bleek wat aan de moeilijke kant. In ieder geval te tijdrovend om ‘even’ op te lossen. Niet veel ingeleverde oplossingen daarom. Het best uitgewerkt was de poging tot een oplossing van Olaf. Zijn denkwerk ging echter niet in de juiste richting: 1. Th1 Kb2 2. Ta1!? Niet verwonderlijk na de Schaakstudie #1 op deze website, dat meerdere schakers deze kant op dachten.
Zwart kan deze toren echter gewoon slaan en remise houden: 2… Kxa1 3. Kc2! d5!! Nemen betekent pat, dus 
4. c6 d4 5. c7 d3+
Tot zover had Olaf de variant op papier, maar hij zag na 6. Kxc3 de weerlegging 6… Kb1 niet.

Welke pion wit ook slaat, zwart maakt na Kb1 spelen remise.


Enkele clubleden ontdekten dat er een andere spectaculaire zet in de stelling zat: Kc3! Dat zit wel op het juiste spoor.

Het is een mooie, maar toch onjuiste zet. na 1. Kxc3 a1D+ is na 2. Kb3 de koning onaantastbaar op b3! Er zou nu 3. Th1 mat volgen als zwart niet de winnende zet 2…Da8! heeft. Th1 is nu niet mogelijk en met de schaakjes op d5, f3, b8 of g8 die nu gaan volgen komt zwart in een winnende positie.
Deze afwikkeling maakt ook duidelijk wat dus wel de winnende zet is (Stelling2)
1. c6!! het blokkeert die diagonaal a8-h1.
Na 1… dxc6 volgt de matcombinatie die we al bespraken: 2. Kxc3 a1D 3. Kb3 en wit wint door mat of damewinst.
Zonder een hint van mij kreeg niemand deze variant gevonden, en ook niet de volgende:
Zwart hoeft het wit namelijk niet zo makkelijk te maken met 2… dxc6. Na 1. c6 is ook 1.. c2 mogelijk. Na 2. Txc2 houdt wit het maar net remise (na zowel 2… a1D 3. c7, als na 2… dxc6 Txa2).
Maar wit wint ook in deze stelling na 2. Th1+ c1D 3. Txc1 Kxc1 4. c7! a1D 5. c8D+. (Stelling 3)
Op 5… Kd1 volgt natuurlijk Dc2+ en De2 mat
De koning moet dus naar 5.. Kb2 en de dame zigzagt met schaakjes naar b4. De koning kan niet ontsnappen uit de hoek want na 6. Db7 Ka3 7. Da6+ Kb4 valt de zwarte dame.

Er volgt dus
6. Db7+ Kc1 7. Dc7+ Kb2 8. Db6+ Kc1 9. Dc5+ Kb2 10. Db4+ Kc1 (Stelling 4)


En nu volgt de mooie mat:
11. Dd2+ Kb1 12. Dc2 mat

Geen goede oplossingen (zonder hint) deze keer dus, maar wel een gezellig gepuzzel voor het bord. We herhalen deze formule dus nog wel weer een keer, met een wellicht iets minder complexe schaakstudie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *