Het leek zaterdag 4 januari voor ‘De Kentering 1 en 2’ een aangenaam warme nieuwjaarsduik in het schaakwater van de zaterdagcompetitie te worden, toen ze in café-zaal ‘D’n Beer’ halverwege de wedstrijd tegen respectievelijk ‘Deurne 1’ en ‘De Kemppion 2’ al met 3-0 voor stonden. Toen begonnen de tegenstanders echter heftig tegen te spartelen, wat er toe leidde dat het eerste team het net wel (4½-3½) en het tweede team het net niet haalde (4-4).
Teamcaptain Stan Heijmans gaf het goede voorbeeld door zijn tegenstander met een golf van aanvallen te overspoelen, waardoor die vrij snel een stuk en uiteindelijk de partij verloor: 1-0. Martie van der Sanden en Hans van Eijk liepen wat minder hard van stapel en bouwden geduldig aan een groeiend succesrijk overwicht. Martie schoot wel als een snoek met een dubbele aanval toe, toen zijn tegenstander een slechte paardzet deed, en Hans viste bedaard het ene na het andere stuk op: 3-0.
Toen begon het tij te keren. Wilbert van Eijk, bij wie door een zware koningsaanval het water aan de lippen stond, leek zich knap te kunnen redden maar zag jammer genoeg die ene zet over het hoofd die zijn tegenstander toch nog de overwinning bezorgde: 3-1. Ook Ton van der Straeten en Raymond Smulders verdwenen helaas hevig spartelend onder water: 3-3.
Bij Rob kon de vlag wel uit. Met engelengeduld spande hij allerlei valstrikken, ving eerst een pion, vervolgens de kwaliteit en tenslotte, toen de tegenstander zichzelf verstrikte, de volle buit: 4½-3½.
Het tweede team leek dezelfde weg op te gaan als het eerste. Paul Willemen, bedachtzaam vriendelijk ogend maar genadeloos toeslaand bij het minste foutje, greep gretig een stuk en daarmee de kans op een snelle zege: 1-0. Geert Smulders-Dinh en Erik Punt wisten ook van wanten. Geert maakte de ultieme schakersdroom waar, door na een opmars met paard en dame zijn tegenstander onverhoeds mat te zetten: 2-0. Erik spleet op even imponerende wijze met zijn centrumpionnen de verdediging open, om daarna met een geraffineerde pionzet en een dubbelaanval van zijn dame een toren te verschalken: 3-0.
Ook hier stak echter een tegenstorm op. Hans Fagel leek op een remise af te koersen maar leed door een zware navigatiefout alsnog schipbreuk: 3-1. Hans Kranenbarg offerde een paard, verloor knarsetandend een loper, kon ondanks het blok aan zijn been van de 2 verloren stukken zich bewonderenswaardig lang drijvende houden maar gaf tenslotte op: 3-2. Jan Arts leek de storm te bedwingen: hij kwam een paard vóór te staan en zette daarmee bovendien nog een vork op de twee torens: 4-2.
Johan Knuvers en Arjan Gras hadden schijnbaar allebei een remise binnen handbereik, terwijl één remise zou volstaan voor het winnen van de wedstrijd. Johan vergat echter in het eindspel zijn pion op te schuiven naar f6, zodat de dame van zijn tegenstander dat veld bezette, waardoor Johan mocht kiezen tussen mat of dameverlies: 4-3. Arjan, die een pion achter stond, veroverde de pion terug met een mooie combinatie. Was dit de oorzaak van concentratieverlies? Tot zijn eigen ontzetting liet hij even later zijn paardje naar een onverdedigd veld springen, precies in de baan van de vijandelijke toren. Teleurgesteld, getergd en recalcitrant wilde hij niet opgeven en speelde hij door tot de 87e zet, een record aantal zetten dat de bittere stemming van zijn verlies niet kon verjagen: 4-4.