Een 45-jarige die zich in de storm van zijn midlife bewust wordt van zijn lot maar nog niet weet hoe dat te dragen, kan op pelgrimage gaan. Dat hebben de organisatoren van de jubileumvaartocht van ‘De Kentering’ goed begrepen.
Met zijn allen trokken wij dan ook als één grote familie Heijmans-Wels achter het vaandel aan van onze geliefde 45-jarige schaakgrootheid, bepakt met wijn, bier en vele kilo’s proviand, op bedevaart naar de hemel en de hel van Hieronymus Bosch. Doordat Stan Heijmans en Bert Wels niet op een flesje meer of minder hadden gekeken, dreigden velen van ons onmiddellijk gegrepen te worden door één van de hoofdzonden van de Bossche schilder, die van de Onmatigheid. Achteraf konden we gelukkig vaststellen, dat niemand met een stuk in zijn kraag ten onder was gegaan in de diepten van het Hellegat.
Dat was mede te danken aan de waakzaamheid en stuurmanskunst van hoofdschipper Hans Fagel, die de 3 boten met opvallend gemak langs de boosaardige draaikolken van Luiheid, Wellust en IJdelheid loodste. Op die manier konden we ons zorgeloos overgeven aan de weldadigheid van elkaars gezelschap en genieten van de boeiende Bossche onderwereld met haar geheimen en verrassingen.
Wel moesten wij als ware bedevaartgangers de proef van de ongelijkheid doorstaan. Borden en bestek waren namelijk ongelijk over de boten verdeeld, zodat we gegrepen konden worden door de duivels van Woede, Afgunst en Hebzucht. Maar vrede daalde neer over de wateren en borden en bestek werden liefdevol uitgewisseld.
Zo konden we aan het eind van deze louteringstocht dankbaar en met een gezuiverd gemoed afscheid nemen en elkaar alle goeds toewensen: “Kentering, vaar wel”.
(Foto’s van Ton Snoeren en Tjeu Segers)