Door: Loek Mostertman, dinsdag 4 oktober 2022
Een leuk aspect van schaken is, dat enthousiaste amateurs soms van sterke meesters kunnen winnen.
Meestal is dan de oorzaak dat de sterkere speler zijn tegenstander onderschat. Loek besprak daarvan een pregnant voorbeeld. Vijgeboom is een Rotterdamse amateur en hij moet het opnemen tegen de indertijd beroemde Oostenrijkse grootmeester Robatsch die op de Olympiade van Leipzig 1960 met 84% goud gewonnen had met de hoogste score aan het eerste bord.
Wit Henny Vijgeboom Zwart Karl Robatsch Beverwijk 1967
1. d4 d5 2. Pc3
Het Tartakower-systeem in plaats van het normale 2.c4
2. … Pf6 3. Lf4
Een heel ongebruikelijke variant; de alternatieven zijn 3. Lg5 en het scherpe Blackmar-Diemergambiet 3. e4
3. … c5! (Zie diagram 1) Een sterke reactie, waarmee zwart het initiatief neemt.
4. e4 cxd4 5. Dxd4 Pc6 6. Lb5 e6 7. Lg5 Le7 8. e5 Pd7 9. Lxe7 Dxe7 10. Lxc6 bxc6 11. f4 c5 12. Df2 a6 13. Pge2 Lb7 14. Pg3 0-0 15. 0-0 Pb6 16. Tae1 …
16 … d4! (Zie diagram 2)
Met deze zet, ook aangegeven door Slavica, activeert zwart zijn loper
17. f5!?
Wit ziet dat hij in het nadeel komt en hij besluit tot een kamikaze-actie
17. … dxc3 18. f6! gxf6 19. Ph5!
Dreigt behalve slaan op f6 ook mat in twee en dat ziet zwart niet!
19 … Pd5?? (Zie diagram 3)
Slavica zag het ook niet; u wel? En wat had zwart moeten doen in plaats van deze blunder?
1- 0
Moraal: bij elke zet eerst goed kijken wat de tegenstander dreigt; geldt ook voor grootmeesters!